Bron: Rijksoverheid.nl
*: Elke moeder heeft recht op 16 weken zwangerschaps- en bevallingsverlof in totaal (zie het kopje ‘Bevallingsverlof’ voor uitzonderingen). Neemt ze een deel van het zwangerschapsverlof niet op? Dan tel je dat op bij het bevallingsverlof.
**: Van het dagloon, dus hoeveel iemand verdient per werkdag. Hier kan een cao in het voordeel van werknemers van afwijken, bijvoorbeeld door het loon volledig door te betalen.
Zwangerschapsverlof
Elke zwangere heeft recht op 6 weken zwangerschapsverlof. Wanneer deze 6 weken ingaan, bereken je door vanaf de dag na de uitgerekende datum 6 weken terug te tellen. Een zwangere vrouw mag ook korter zwangerschapsverlof opnemen, bijvoorbeeld 4 of 5 weken. Maar ze moet uiterlijk 4 weken voor de dag na de uitgerekende datum met verlof. Dit heeft geen invloed op de totale duur van het zwangerschaps- en bevallingsverlof. Elke dag of week minder dan 6 weken, tel je namelijk op bij het bevallingsverlof.
Is een vrouw in verwachting van een tweeling of meerling? Dan krijgt ze minimaal 8 en maximaal 10 weken zwangerschapsverlof. Ook dit bereken je door vanaf de dag na de uitgerekende datum 8 tot 10 weken terug te tellen.
Het zwangerschapsverlof duurt altijd tot en met de dag van de bevalling. De zwangere krijgt haar loon in die periode 100% doorbetaald. De werkgever krijgt na een aanvraag bij het UWV het dagloon vergoed en vult dit zelf aan tot het volledige salaris.
Bevallingsverlof
Het bevallingsverlof gaat in op de dag na de bevalling en duurt minimaal 10 weken. Het zwangerschaps- en bevallingsverlof duren samen 16 weken. Dus stel dat een werknemer 5 weken zwangerschapsverlof heeft opgenomen, dan duurt het bevallingsverlof 11 weken. Ook bij een te vroeg geboren baby is de totale duur van deze 2 verlofsoorten 16 weken.
Een uitzondering hierop is als een baby te laat wordt geboren. Het aantal dagen dat tussen de uitgerekende datum en de geboorte zit, komt in dat geval bovenop de periode van 16 weken. Komt een kindje bijvoorbeeld 2 weken na de uitgerekende datum ter wereld? Dan heeft de moeder in totaal recht op 18 weken zwangerschaps- en bevallingsverlof.
Ook tijdens het bevallingsverlof krijgt de werknemer 100% van het loon doorbetaald. De werkgever vraagt een vergoeding van het dagloon aan bij het UWV en vult dit zelf aan tot het volledige salaris.
Geboorteverlof
In tegenstelling tot zwangerschaps- en bevallingsverlof is geboorteverlof voor de partner van de moeder. Het heet daarom ook wel partnerverlof, vaderschapsverlof of kraamverlof. Nadat de moeder is bevallen, kan de partner een week geboorteverlof opnemen. Dit moet hij of zij doen binnen 4 weken na de geboorte. Dat geldt ook als het kindje eerst een tijdje in het ziekenhuis ligt en bij een tweeling of meerling.
Het gaat hierbij om 1 werkweek verlof, of dit nu bijvoorbeeld 24 of 40 uur is. De partner krijgt deze week 100% loon doorbetaald. Dit betaalt de werkgever zelf.
Aanvullend geboorteverlof
Daarnaast is er aanvullend geboorteverlof. Dit kan de partner opnemen na het geboorteverlof van 1 week. De duur hiervan is maximaal 5 weken. De partner is vrij om dit verlof in te zetten hoe hij of zij wil, zolang het maar binnen 6 maanden na de geboorte gebeurt. Denk bijvoorbeeld aan 5 weken achter elkaar of juist 1 werkdag per week verlof opnemen.
Tijdens het aanvullend geboorteverlof krijgt de partner 70% van zijn of haar loon doorbetaald. Je gaat hierbij uit van het dagloon. Dit is eigenlijk geen salaris, maar een uitkering van het UWV. De werkgever vraagt deze aan en maakt het vervolgens over naar de partner.
Adoptie- en pleegzorgverlof
Ook als werknemers een pleeg- of adoptiekind in huis nemen, hebben ze recht op verlof. Dit duurt voor beide partners maximaal 6 weken. Deze 6 weken mogen ze opnemen vanaf 4 weken voor de komst van het kind tot maximaal 22 weken na de komst van het kind, dus verspreid over in totaal 26 weken. Dit is flexibel, dus ze zijn vrij om in deze periode bijvoorbeeld te kiezen voor 6 weken achter elkaar of een of enkele werkdagen per week. Een deel achter elkaar en een deel verspreid opnemen kan ook. De duur van het adoptie- en pleegzorgverlof blijft hetzelfde bij 2 of meer kinderen tegelijk.
Tijdens het adoptie- en pleegzorgverlof krijgen beide partners het loon 100% doorbetaald, berekend vanuit het dagloon. De werkgever betaalt dit niet zelf, maar vraagt een uitkering aan bij het UWV en maakt deze vervolgens over naar de werknemer.
Ouderschapsverlof
Daarnaast hebben beide ouders of verzorgers recht op ouderschapsverlof. De duur hiervan is 26 weken. Ouders of verzorgers mogen dit opnemen hoe ze willen ergens tussen de geboorte en de 8e verjaardag van het kind. Dit geldt zowel voor biologische kinderen als voor adoptie- en pleegkinderen. Bij een tweeling hoort dubbel ouderschapsverlof, dus 52 weken (26 weken per kind).
Neemt een ouder de eerste 9 weken van het ouderschapsverlof op binnen een jaar na de geboorte van het kind? Dan heeft hij of zij recht op 70% van het loon, waarbij je uitgaat van het dagloon. Deze kosten zijn niet voor de werkgever. De werkgever vraagt hier namelijk een uitkering van het UWV voor aan en maakt deze vervolgens over naar de werknemer. Cao’s mogen hier in het voordeel van medewerkers van afwijken, bijvoorbeeld door het loon volledig door te betalen. De overige 17 weken zijn onbetaald.
Overig wettelijk verlof
Behalve voor kinderen zijn er ook wettelijke verlofregelingen voor andere persoonlijke situaties. Het gaat om calamiteitenverlof, kort verzuimverlof en zorgverlof. Hieronder vind je een uitleg van deze verlofsoorten.
Calamiteitenverlof en kort verzuimverlof
Voor dringende, onverwachte of bijzondere persoonlijke situaties kan een werknemer calamiteitenverlof of kort verzuimverlof opnemen. Denk bijvoorbeeld aan een partner die gaat bevallen (een zwangere heeft hiervoor zwangerschapsverlof), een plotseling ziek kind, een sterfgeval of (begeleiding van) een doktersafspraak. Hoe lang dit verlof duurt, hangt af van de situatie. Meestal gaat het om een paar uur tot een paar dagen.
Er geldt geen maximaal aantal uren calamiteiten- of kort verzuimverlof per jaar. Tijdens het calamiteiten- en kort verzuimverlof betaalt de werkgever het loon 100% door. Maar let op: in een cao kunnen andere afspraken staan. Als dat zo is, dan gelden die regels.
Zorgverlof
Is een direct familielid, iemand uit het huishouden of andere bekende van een werknemer ziek of hulpbehoevend? En is hij of zij de enige die kan zorgen of ondersteunen? Dan heeft de werknemer recht op zorgverlof. Hiervan zijn 2 soorten:
Dit is bijvoorbeeld van toepassing bij een ziek kind of andere zieke in de omgeving die niet in het ziekenhuis ligt. Bij plotselinge situaties neemt de werknemer op de eerste ziektedag calamiteiten- of kort verzuimverlof op (zie uitleg hierboven). Kortdurend zorgverlof duurt per 12 maanden maximaal het aantal uur van 2 werkweken, dus bijvoorbeeld 64 uur (2 x 32 uur) of 80 uur (2 x 40 uur). De werkgever betaalt 70% van het salaris door, maar nooit minder dan het minimumloon.
Dit is van toepassing bij een levensbedreigende of langdurige ziekte of een hulpbehoevend direct familielid of andere naaste. Langdurend zorgverlof duurt per 12 maanden maximaal het aantal uur van 6 werkweken, dus bijvoorbeeld 192 uur (6 x 32 uur) of 240 uur (6 x 40 uur). De werkgever hoeft het loon tijdens dit verlof niet door te betalen.
Ook over het zorgverlof kunnen in een cao andere afspraken staan. In dat geval gelden de regels uit de cao.
Bijzonder of buitengewoon verlof
Over bijzonder of buitengewoon verlof staat niets in de wet. Werkgevers bepalen zelf wanneer een werknemer dit verlof kan opnemen, hoe lang het duurt en of het wel of niet betaald is. De afspraken hierover staan in de cao, de arbeidsovereenkomst en/of het bedrijfsreglement. Het gaat dan bijvoorbeeld om verlof bij een uitvaart, huwelijk, jubileum of verhuizing.
Onbetaald verlof
Onder onbetaald verlof valt:
Ouderschapsverlof, tenzij hierover in de cao of arbeidsovereenkomst andere afspraken staan. Hierover bouwt een werknemer wel wettelijke vakantiedagen op
Langdurend zorgverlof, tenzij hierover in de cao of arbeidsovereenkomst andere afspraken staan. Hierover bouwt een werknemer wel wettelijke vakantiedagen op
Een lange reis of studie. Hierover bouwt een werknemer geen vakantiedagen op
Wat de gevolgen zijn voor de pensioenregelingen, verschilt per bedrijf en per sector.
Vereenvoudiging van het verlofstelsel
Zoals je merkt, zit het verlofstelsel met 10 regelingen best ingewikkeld in elkaar. Het gevolg is dat mensen vaak niet goed weten waar ze gebruik van kunnen maken. Daardoor kiezen ze voor een verlofsoort die niet optimaal is of nemen ze zelfs helemaal geen verlof op. Om die reden heeft het vorige kabinet plannen gemaakt om de verlofregelingen eenvoudiger, begrijpelijker en toegankelijker te maken. In het voorstel blijven er 3 soorten verlof over:
Zorg voor kinderen
Hier gaan de wettelijke verlofregelingen rondom de geboorte en zorg voor kinderen onder vallen. Het doel hiervan is om een gelijke verdeling van zorgtaken tussen partners en financiële zelfstandigheid van ouders te stimuleren. Deze regelingen worden samengevoegd:
Zwangerschapsverlof
Bevallingsverlof
(Aanvullend) geboorteverlof
Adoptie- en pleegzorgverlof
(Betaald) ouderschapsverlof
Zorg voor naasten
Hier vallen het kortdurend en langdurend zorgverlof onder. Door de vergrijzing en langer doorwerken verwacht het kabinet dat steeds meer mensen hier de komende jaren gebruik van gaan maken.
Persoonlijke situaties
Hierbij gaat het om het calamiteitenverlof en kort verzuimverlof, dus verlof van korte duur bij plotselinge of bijzondere omstandigheden. Ook rouwverlof, transitieverlof en verlof bij huiselijk geweld kunnen hier bijvoorbeeld onder vallen. Voor al deze verlofsoorten is maatwerk nodig, waarover werkgever en werknemer afspraken maken op het moment dat de situatie zich voordoet.
Op dit moment zijn dit alleen nog plannen. Het is aan het nieuwe kabinet om de vereenvoudiging van het verlofstelsel verder concreet te maken en in te voeren. Het is nog niet bekend of en op welke manier dit gebeurt.